Photobucket

zondag, december 16, 2007

Zuienkerke en Uitkerke balen over het artikel in het maandblad "NEST" ten voordele van Natuurpunt.

Van Voorzitter Noël Devisch in Boer & Tuinder:
Met stijgende verbazing las ik dit weekend het artikel ‘De Uitkerkse polders’ in Nest.
De verbazing sloeg aan het eind van het artikel om in verontwaardiging over de eenzijdige en ongenuanceerde manier waarop de lof gezongen werd over wat er vandaag geworden is van dit ooit zo prachtige poldergebied, met zijn rijke akkers en weelderige weiden.
Geschokt was ik over de manier waarop de uitbouw van het hele natuurcomplex beschreven wordt alsof het gebeurde in symbiose met de aanwezige landbouw: ‘een voorbeeldige samenwerking tussen landbouw, natuur en recreatie’.
Wie de situatie ter plaatse kent, weet beter.

Die heeft al dan niet aan den lijve ervaren dat de medaille een achterkant heeft die veel minder fraai is.
Een achterkant waar al jarenlang een geurtje aan hangt van machtswellust vanuit de natuurbeweging. Een achterkant die je laat zien dat de boeren die er al vele generaties boerden, verdreven werden uit belangrijke delen van het gebied.
Ik heb dan ook het volste begrip voor de hevige reacties van de betrokken landbouwers uit Zuienkerke en Uitkerke.
Jarenlang al moeten zij de wet van de sterkste – ondersteund door de groene arm en geldbeugel van Brussel – ondergaan. Jarenlang wordt gestreefd naar overleg en worden afspraken keer op keer ongedaan gemaakt.
Maar hierover geen woord in het bewuste artikel.
Dat een dergelijk eenzijdige ‘natuurkijk’ verschijnt in een natuurpublicatie kunnen wij nog enigszins begrijpen.
Dat op deze manier de waarheid geweld wordt aangedaan in een magazine dat ondersteund wordt door de Landelijke Gilden is voor mij onaanvaardbaar.

Zoals u in de editie van Boer & Tuinder kunt lezen, ben ik zeker niet de enige.

Getekend: Noël Devisch



Voor Boerenblog kreeg ik hierover een bijdrage via mail van een boer die liever anoniem wenst te blijven (gevaar voor represailles, inderdaad), zijn reacties staan in het rood.

Hierbij het gewraakte artikel en de reacties:


De Uitkerkse Polders, Jan Desmet

Als u mij (de Nest-auteur Jan Desmet) vraagt naar een van mijn lievelingsplekken hoef ik niet ver te zoeken: vogelkijkhut De Grutto in de Uitkerkse Polder. Winter, zomer, altijd valt er iets te beleven. De watervogels in de plasjes voor de hut gedragen zich ongelooflijk vertrouwelijk(onnatuurlijk uiteraard). Ze weten dat de verrekijker mensen die door de gleuven naar ze spieden niet het geringste gevaar inhouden. Een kleine zilverreiger stapt met balletpassen langs de waterrand, de grutto’s, slobeenden of meerkoeten showen er hun jongen (putje winter???), de graspieper blijft verwonderd zitten op het met vetplanten overgroeide dak van de hut op één meter voor mijn neus: op deze plek stapje keer op keer in een live natuurdocumentaire. Of in een weergaloze lichtshow, want ’s avonds, wanneer de ondergaande zon strooilicht over de vlakte sproeit, voel je je als toeschouwer begenadigd. De vergezichten bleven onbezoedeld. In een boog van 180 graden zie je tegelijk de torens van Brugge en het hoogste gebouw van Oostende. Achterom kijkend zie je de hijskranen in de Zeebrugse haven boven de horizon uitsteken. Je ziet het allemaal, maar je hoort niets. De Uitkerkse polder lijkt met zijn 1400 hectare een reservaat van ouderwetse landelijke rust.(als je tegen het geschreeuw van de meeuwen en het soms oorverdovende gesnater van de ganzen kan natuurlijk)

Steeds vochtiger
Voor de mens het gebied inpolderde, hoorde het toe aan de vlakbij gelegen zee. Zo'n 1500 jaar geleden kronkelden hier nog eb- en vloedgeulen door een panorama van slikken en schorren. Doordat er steeds meer klei op de vroegere veenmoerassen was afgezet, werd het voor de zee steeds lastiger om de schorren te overstromen. Na de bouw van stormbestendige dijkjes veranderden de schorren waar de mens eerst schapen liet grazen — in vette akkers en weilanden. De polders van Uitkerke waren door hun komligging moeilijk droog te houden. Door plaatselijk ‘darinc’ (turf) en klei voor ‘brikken’ (bakstenen) te delven kwamen sommige percelen nog dieper te liggen. Met een netwerk van soms wel 20 kilometer sloten en grachten per vierkante kilometer trachtte men van het overtollige water af te geraken. (en door het nooit aflatende werk van het bestuur van de Nieuwe Blankenbergse Polder is dit ook prachtig gelukt. Er zijn in principe geen plaatsen die nog moeten overstromen of onder komen, tenzij door tekortkoming van de plaatselijke gebruiker.)
De Uitkerkse oudlandpolders behielden in grote lijnen hun middeleeuwse vormgeving. (dankzij de landbouwers) Maar in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw stapelden de bedreigingen zich op.

Stad Blankenberge baatte midden in de vlakte een monumentale vuilnisbelt uit, campings en woonwijken knabbelden aan de randen van het polderareaal (al eens gedacht om ook die campings en woonwijken weer "in ere te herstellen", dus platgooien, afgraven, en vogels laten op broeden, tussen haakjes, in één van die moderne wijken aan dse rand van de Uitkerkse Polder woont de hier idealiserende conservator, maar dat is geen probleem natuurlijk), de landbouwers haalden het waterpeil naar beneden (ongunstig voor kwetsbare weidevogels en planten)(gunstig voor het exploiteren van deze weiden voor het zorgen van een voedselvoorziening van de consument), ploegden weiden om tot akkers (zelfde reden) en dempten eeuwenoude veedrinkpoelen , sloten en drasse graslanden (die een bron zijn van ziekteverwekkende leverbot-slakken) . Omdat uitgerekend op deze nattere plekjes het gros van de grutto’s en tureluurs nestelde, liet de polder van Uitkerke letterlijk van zijn pluimen. (dat de haven van Zeebrugge ook natuurgebied inpalmde en de broedende vogels verjaagd heeft wordt hier gemakshalve vergeten, daarbij worden de landbouwers nog eens boevenop geplaagd met natuurcompensaties voor verlies van vogelrichtlijngebieden en andere nonsens)

Goed voor de economie
Zoals de kunststeden hun middeleeuwse stadscentra begonnen te restaureren, zo startte men minder dan twintig jaar geleden met de restauratie van dit middeleeuwse boerenlandschap.(met verschrikkelijk veel geld dat door toenmalig minister Dua, van belastingsgeld werd geschonken aan Natuurpunt) Conservator Dirk Content (50) maakte de hele mentaliteitsverandering mee.
Content: ,,Natuurpunt kocht in 1990 haar eerste perceel in de Uitkerkse polder om het eerste weidevogelreservaat van België op te starten. In onze stoutste dromen hoopten we ooit de 50 à 60 hectare centraal gelegen lage weiden te kunnen verwerven. Dat waren meestal de getuigen van oude turfuitgravingen langs het Blankenbergs Vaartje, de centrale waterader in deze polder.”
Vandaag bezit Natuurpunt zon 375 hectare van de polder( De belastingsbetaler heeft dit meegesponsord, de regering heeft dit aangekocht en weggeschonken aan Natuurpunt, een vzw, dus is daar zelfs niet meer zelf baas van). Doordat die is erkend als een Europees belangrijk natuurgebied kwamen rond 1997 voor het eerst flinke fondsen vrij om het weidevogelreservaat uit te breiden (het is als een vicieuze cirkel: eerst zijn er wat natte graslanden, weinig geschikt voor landbouw, daarop volgen een aantal aankopen, vervolgens wordt het erkend als vogelrichtlijngebied, dus zijn er strengere normen, dus verschraald en vernat het akkerland, dus minder interessant, dus vindt men daar een paar zeldzame plantjes en vogels terug, daaropvolgend wordt het een natuurreservaat, met een wijde perimeter van beperkingen voor de landbouwers). De Vlaamse Landmaatschappij en andere overheidsdiensten sprongen mee op de kar en helpen de polder te herwaarderen.Wegen worden verkeersluw gemaakt (er komen paaltjes met een slot erop op de weg, en de landbouwers die er gronden moeten bewerken moeten "aanvragen" om hun gronden te kunnen bereiken) en het Blankenbergs Vaartje is in mei 2006 over een lengte van twee kilometer gedekanaliseerd’. In 1981 waren de oevers helemaal in beton gegoten(een nuttige ingreep om de oevers te beschermen om dat ze jaar na jaar verder losgewerkt worden door de muskusratten, alweer een kadootje van de natuurgoeroes), een wurggreep die ongedaan is gemaakt. De stenen zijn weg en de oevers weer glooiend. Langs de randen zijn kokosmanen gelegd waarinjonge rietplantjes waren geplant.
,,Dit jaar zagen we al een fraai herstel van de rietkragen’ stelt Content vast. Intussen zijn ook ruim 50 hectare waarvan het microreliëf ooit met aangevoerde grond of puin is vernietigd, terug afgegraven. De ‘laantjes', ondiepe greppels die door de natste graslanden liepen, zijn op meerdere percelen weer aangelegd. De landbouwers die hun gronden aan ons verkochten (gedwongen werden tot verkoop, want om onverklaarbare en onwettelijke reden krijgt Natuurpunt als alleenheerser in het gebied een voorkooprecht) behielden een gratis gebruiksrecht, op een aantal beperkingen inzake bemesting of hooiwerkzaamheden na. Vijfenvijftig boeren doen hier inmiddels aan mee. (het is natuurlijk de zaak om braaf te zijn en naar de pijpen van Natuurpunt te dansen, anders krijg je gvolgend jaar geen kans om weer wat te bekomen. En je mag gerust zijn, er zijn altijd gegadigden om onder de dictatoriale rok van Natuurpunt te kruipen)

Ook Blankenberge zag snel in dat de restauratie en toeristische ontsluiting van de Uitkerkse polder een troefkaart ging worden. Een recente studie wees uit dat de aantrekkingskracht van het reservaat de lokale economie een impuls van 3,5 miljoen euro per jaar oplevert.” (moeten ze mij toch eens komen bewijzen)

Zoutplanten en tureluurs
Symbolisch was de sanering van het immense huisvuilstort. De vuilberg is met een kleilaag afgedekt en overgroeid met gras- velden en houtkanten.(sanering? ja, een hut heeft men erop gebouwd, om de vuiligheid te camoufleren, want Natuurpunt had (zelf) geen geld meer om alles deftig te saneren. Je zou dat als eigenaar maar eens zelf moeten proberen, om onder een sanering uit te komen.) Het vernieuwde bezoekerscentrum vond op de oude stortsite een prachtige uitvalsbasis. (schoon omschreven toch hé?) De geleverde inspanningen legden het welzijn van plant en dier geen windeieren. De 25 gruttoparen uit 1966 groeiden in de zomer van 2007 aan tot het recordaantal van 146 paren. De tureluur nam toe van 6(1990) naar 67 paren (2007).Veertig jaar geleden nestelden in Uitkerke geen kluten, de voorbij zomer telde men 170 paren. (als er veertig jaar geleden géén waren, waarom is dat dan op vandaag een prioriteit?)Ook de rest van de boerenlandfauna met veldleeuweriken, patrijzen en hazen houdt stand.
Het herstel van zompig grasland maakte bovendien de terugkeer van de zilte flora mogelijk. Want de zee mag dan achter de duinen en een sluis (ter hoogte van de Blankenbergse spuikom) worden afgeblokt, doordat uit de onderliggende veenlagen nog zoveel zout met het grondwater opborrelt kregen ‘zoutplanten’ als zeekraal, zeeaster, schorrezoutgras of zeebies weer kansen. (voor het gemak vergeet auteur (of heeft de conservator dit zelf geschreven?) te vermelden dat elk jaar tientallen runderen de dood vinden doordat ze uit de grachten drinken en teveel zout water opdrinken, wat onomkeerbare gevolgen heeft, namelijk: sterfte. Is dat ook inbegrepen in de impuls van 3,5 miljoen € voor de streek?)Als je bedenkt dat àlle tureluurs en kluten op dit soort zoutterreintjes hun eieren leggen, is duidelijk hoezeer de herstelwerken bijdroegen tot hun expansie in Uitkerke. Het reservaat, dat door sommige bezoekers reeds als een Vlaamse Camargue wordt ervaren is één van de weinige plekken in Vlaanderen waar hun aantal drastisch toenam.

Zonder gps
Naast het succes voor broedende weide- en watervogels beleefde de Uitkerkse polder een geweldige groei als winters ganzenverblijf. Tot voor een paar decennia verbleven de ganzen enkel op plaatsen waar ze niet werden bejaagd, zoals Damme en omgeving. Sinds in Vlaanderen niet meer op Arctische wilde ganzen mag worden gejaagd, hebben zij zich over heel de Oostkustpolders verspreid, met Uitkerke als knooppunt.
De belangrijkste soorten zijn de kleine rietgans en de kolgans. Ze komen uit respectievelijk het verre Spitsbergen en Siberië en bereiken hun piekaantallen — samen goed voor zon 20.000 vogels — rond de jaarwisseling. (je zal het maar meemaken als boeren uit de omgeving, zo'n 20.00 ganzen van 4 kg die de akkers komen kaaleten, smullen aan de jonge wintertarwe en grasland, de akkers onderschijten met hun smurrie die op zijn beurt zorgt voor natraatresiduen in de bodem waarvoor de boer dan weer beboet wordt) De kleine rietganzen verlaten Spitsbergen eind augustus en zakken in etappes via Noorwegen, Denemarken (Jutland) en Nederland (Friesland) af naar de Vlaamse Oostkustpolders, hun zuidelijkste winterstation.
Vorig jaar stonden we op 11 oktober op de duinenrij ten noorden van Blankenberge naar de trekvogels te kijken toen vanuit zee een groepje van 23 kleine ‘rieten’op de Blankenbergse pier afstevende en zich van daar recht naar de Uitkerkse polder wendde.We waren getuige geweest van de aankomst van de eerste kleine rietganzen dat jaar, zonder gps en na een reis van 4000 kilometer! Wonderlijk dat wilde ganzen die tussen de ijs- beren en poolvossen nestelen toch weten hoe de pier van Blankenberge én de polders van Uitkerke er uitzien.
(de auteur vergeet de toeristische trekpleisters van Blankenberge erbij te vermelden, zijn Sealife center, zijn campings, en niet te vergeten, zijn naaktstrand)
U kunt deze merkwaardige kruising van pooi- en polderreizigers tot midden januari in Uitkerke komen bewonderen. De ganzen voelen er zich zo veilig dat ze tot op 50 meter van de polderwegen blijven zitten. (wat uiteraard absoluut onnatuurlijk is) Loop zeker ook eens langs in het bezoekerscentrum. Je kunt er veel bijleren en de inwendige mens met iets vloeibaars verwennen. (vergeet dan niet dat je bovenop het oude stort staat, en ondertussen kan je ook iets in de noodlijdende kas van Natuurpunt storten, want het immer vloeiende (belastings)geld is op, en zonder de boeren die gratis de akkers een beetje onderhouden kan ook natuur niet alleen zijn gang gaan)


Een gefustreerde boer uit het gebied van de Uitkerkse Polder.

3 Comments:

At maandag, december 17, 2007, Anonymous Anoniem schreef...

Een spijtige evolutie!
Ons Nest , wordt een bevuild Nest !
Foei, foei.
Kan men geen aantrekkelijker Nest maken met genietbaarder landschappen dan deze?

Op deze manier werkt een blad zich in de NESTEN!

An Au Nimes

 
At maandag, december 17, 2007, Anonymous Anoniem schreef...

Uitkerkse polders door een boerenbril


“Wij voelen ons op onze Nest gepakt.” Sprekender kan Geert Laukens zijn ontgoocheling over het recent in Nest verschenen artikel over de Uitkerkse polders niet verwoorden. De eenzijdige toon van het artikel, dat de lezer voorhoudt dat de teloorgang van de prachtige polders verliep met de steun van de betrokken landbouwers, schoot de hele landbouwgemeenschap ten noorden van Brugge in het verkeerde keelgat.

Over de jarenlange strijd, waarbij de natuurjongens afspraken negeerden en heel wat boeren van hun gronden werden verdreven, in het bewuste artikel geen woord. Met enkele betrokken boeren en regioconsulent Hans Mommerency hebben wij het over de keerzijde van de medaille – een kant waarvan elke glans verdwenen is en die steeds meer twijfel en weerstand oproept.
“Normaal gaan we niet in op de provocaties van Natuurpunt of van de conservator van de Uitkerkse polders. We proberen via een sterk dossier de overheid ervan te overtuigen dat de bestaande oppervlakte van het natuurgebied ‘De Uitkerkse polder’ met geen vierkante meter uitgebreid wordt. Maar door het verhaal dat in Nest is verschenen en dat perfect aansluit bij de sfeer die Natuurpunt uitbazuint, kunnen we niet anders dan zeer verontwaardigd reageren. We voelen ons gewoon in ons hemd gezet”, stelt Geert Laukens meteen.

Strijd om grond
Met de strijd om de grond zit de voorzitter van de bedrijfsgilde meteen in de kern van de discussie. Het zit de boeren dwars dat vanuit natuurhoek meteen een ruime perimeter van meer dan 1000 ha werd afgebakend rond het 380 ha grote natuurgebied, zonder dat hierover ook maar één inspraakmogelijkheid voorzien was. Die perimeter geeft de natuurjongens meteen vrij spel om naar hartenlust en liefst zo verspreid mogelijk grond aan te kopen. Meer nog, natuurhoek heeft ook de perimeter al tot natuurgebied verklaard, ook al gaat het om vruchtbare polders waar vandaag nog tientallen boeren hun boterham verdienen. “Weet ge waar de bordjes van het natuurgebied vandaag staan? Aan de grens van de perimeter, niet aan de grens van het natuurgebied”, geeft Johan Schouteeten mee als beste bewijs van de machtswellust vanuit het natuurbeheer. Het zit de boeren duidelijk zeer hoog dat Natuurpunt doet alsof het al een groen speelveld van 1380 ha heeft, waar de boeren naar de natuurpijpen zouden moeten dansen.
“Het klopt dat in deze perimeter gronden aangeboden worden aan Natuurpunt, maar enkel en alleen omdat de landbouwers het niet meer aandurven om met hun zuurverdiende centen die gronden zelf aan te kopen. De overheid heeft immers heel wat rechtsonzekerheid gecreëerd door het hele gebied dat grenst aan de Uitkerkse polders niet te herbevestigen als agrarisch gebied. Voor ons moet die arrogante aankooppolitiek buiten het natuurgebied stoppen!” vult Michel Halewyck overtuigd aan. Michel noemt het bovendien diefstal dat heel wat agrarische gronden een groene bestemming krijgen zonder dat er ook maar één euro planschade is betaald. “De overheid is zich zeer goed bewust van deze diefstal, onze eigen organisatie zegt iets eraan te willen doen, maar er is vandaag nog geen enkele oplossing voor”, vult hij aan.

Om de productierechten
Wanneer ik mijn gesprekspartners erop wijs dat er toch blijkbaar boeren bereid gevonden worden om mee te stappen in de natuurprojecten, krijg ik meteen lik op stuk. “Voor een buitenstaander is het niet duidelijk om wiens vee het gaat, voor ons wel. Het gaat meestal niet om onze boeren; zij worden verdrongen door boeren die van verderaf komen en die maar één doel hebben: hun MTR-rechten activeren op deze gronden”, weet René Claeys. Hij voegt eraan toe dat ook op dit vlak de wetgeving fout zit. Geert Laukens vult aan: “Eigenlijk zou alleen de zittende boer er zijn rechten op mogen behouden, wanneer die moet vertrekken en zijn rechten meeneemt, zouden op gronden in het groen geen nieuwe MTR-rechten meer geactiveerd mogen worden. Op die manier zou de appetijt om zittende boeren te verdringen al een stuk verminderen.”
Maar wie wil nu elk jaar weer afhankelijk zijn van de willekeur van Natuurpunt en elk jaar weer afwachten of er opnieuw een gebruiksovereenkomst kan worden afgesloten en tegen welke voorwaarden? “Op dit vlak vraag ik mij af wat het verschil is tussen een private eigenaar en Natuurpunt. Waarom moet de eerste de pachtwet volgen en de tweede niet? Waarom treedt de overheid hier niet op? Het afsluiten van een contract dat langer loopt, zou het in ieder geval voor de betrokken landbouwer interessanter maken en voor wat meer bedrijfszekerheid zorgen”, oordeelt Michel Haelewyck.
Volgens Hans Mommerency zien de provinciale medewerkers van de administratie Natuur de meerwaarde van een dergelijke langlopende overeenkomst in; er werd al meermaals onderhandeld hierover. “We stellen echter vast dat de provinciale medewerkers bij hun eigen administratie en bij de minister bot vangen op het ogenblik dat ze met hun voorstellen naar Brussel trekken. In Brussel blijkt men niet te begrijpen dat er een verschil is tussen natuurbeheer in de polders en op de heide in de Noorderkempen. Men wil er in Brussel blijkbaar een eenheidsworst van maken, iets wat totaal indruist tegen het principe van gebiedsgericht natuurbeheer”, stelt Hans vast.
Het gebrek aan inspraak zit de boeren duidelijk dwars. “Neem nu de aanduiding van het gebied als ankerplaats. Niet toevallig valt het afgebakende gebied samen met de perimeter rond het natuurgebied. Alleen aan de betrokken gemeentes en de provincie werd in alle stilte om advies gevraagd. Wij konden het slechts vaststellen toen de zaak beklonken was. Dat geeft de natuurhoek meteen een extra steun in de rug om bij de uitwerking van een Ruimtelijk Structuurplan bijkomende voorwaarden te laten spelen en zo worden wij stap per stap de keel dichtgeknepen”, ervaart Johan Schouteeten. Hij voegt er onmiddellijk aan toe dat het de overheid zo ook minder kost om de boeren weg te krijgen.

Nieuwe donderwolken
Voor Hans Mommerency drijven binnenkort nog nieuwe donderwolken boven het gebied, met name de invulling van de instandhoudingsdoelstellingen voor de speciale beschermingszones, waartoe ook het betrokken gebied hoort. “Als het van ons afhangt, kunnen deze instandhoudingsdoelstellingen niet volledig op natuurbasis worden uitgewerkt, alsof er in het gebied geen andere activiteiten plaatsgrijpen. Ook hiermee moet men rekening houden. Ik verklaar mij nader. Wanneer men vanuit natuurdoelstellingen voor een bepaald gebied met agrarisch gebruik het streefdoel van zeventien kiekendiefnesten vooropstelt, maar vanuit landbouw door het nemen van een aantal maatregelen er maar tien gegarandeerd kunnen worden, dan moet men het voor dat gebied bij deze laatste doelstelling houden. Anders zal men altijd verder gaan, tot de landbouw uitgedreven is”, oordeelt Hans.
Het wordt even stil als ik de rollen omkeer en mijn gesprekspartners vraag in hoeverre het niet beter zou zijn dat zij zelf initiatief zouden nemen. Dat zij aan de natuurjongens zouden vragen wat er nodig is om in een bepaald gebied een vogelsoort te laten ontwikkelen en nagaan wat de landbouwer zelf aan natuurbeheer kan uitvoeren, terwijl voor het overige de landbouwactiviteiten kunnen doorgaan. “We zeggen zeker niet bij voorbaat neen, maar we willen dan wel staalharde garanties dat we, als wij onze afspraken nakomen, erop kunnen rekenen dat dit vanuit natuurhoek ook gebeurt. En het is net op dit vlak dat we de voorbije jaren keer op keer ontgoocheld werden en het vertrouwen volledig zoek is. Dit verklaart meteen onze grote ontgoocheling over het artikel in Nest, waarin het idee geschapen is dat alles koek en ei is tussen landbouwers en natuur. Precies op een ogenblik dat de spanningen met de plaatselijke landbouw nog nooit zo groot waren”, besluit Geert. Toch wil hij niet alle bruggen opblazen en blijft hij hopen op een meer constructieve en planmatige aanpak. Een aanpak die er ook voor zorgt dat de boeren die al generaties lang hun poldergronden in het noorden van Brugge bewerken dit ook kunnen blijven doen.

Peter Van Bossuyt in Boer&Tuinder

 
At woensdag, januari 02, 2008, Blogger Luc Callemeyn schreef...

@An Au nimes ,
Dat gaat zo, als de moeder (organisatie) zijn jong (nest) loslaat, en op eigen vleugels laat vliegen. Dan verlies je er op een dag de controle over, en dan kan het Nest inderdaad bevuild raken.
Een spijtige (en trieste) evolutie.

 

Een reactie posten

<< Home