Photobucket

vrijdag, mei 11, 2007

De IJsheiligen

Van Wikipedia

IJsheiligen is de naam voor een aantal katholieke heiligen, waarvan de naamdagen vallen in de periode van 11 tot 15 mei. Deze periode wordt eveneens IJsheiligen genoemd. Volgens de volksweerkunde zijn dit de laatste dagen in het jaar waarop nog nachtvorst op kan treden. Een slordige interpretatie van deze volkswijsheid heeft geleid tot het misverstand dat er met IJsheiligen een verhoogde kans op nachtvorst zou zijn.
Tot de ijsheiligen worden gerekend:
Mamertus (11 mei)
Pancratius (12 mei)
Servatius van Maastricht (13 mei)
Bonifatius van Tarsus (14 mei) (Niet te verwarren met de gelijknamige Britse monnik die in 754 bij Dokkum werd vermoord)
Sophia van Rome (15 mei)

IJsheiligen en het weer
De naamdagen van de genoemde IJsheiligen is een periode in mei die wordt gezien als de grens tussen weer met mogelijk nachtvorst en zomers weer. Het kan wel gebeuren dat na half mei nog nachtvorst optreedt, maar die kans wordt snel kleiner.
IJsheiligen is een van de oudste en wellicht het bekendste begrip uit de volksweerkunde. De eerste berichten over deze "strenge heren" dateren van rond het jaar 1000. De naam IJsheiligen komt van de naamdagen van vier heiligen die hierboven genoemd zijn. Drie is het heiliggetal en daarom rekent men er in de meeste landen maar drie tot de IJsheiligen. In sommige landen wordt St. Mamertus niet meegeteld, in andere landen hoort St. Bonifacius er niet bij. Deze heilige is niet de bekende Bonifatius, (bijgenaamd de Apostel van Duitsland), die in 754 te Dokkum werd vermoord want die heeft zijn feestdag op 5 juni. Zijn naamgenoot, de IJsheilige Bonifacius was een Romeins burger, die in 307 de marteldood stierf tijdens de christenvervolgingen onder keizer Diocletianus.
Sommige landen, waaronder Duitsland, Hongarije en Zwitserland, rekenden in het verleden ook 15 mei (ook wel aangeduid als koude Sophie) nog tot de IJsheiligen. Dat dateert uit de 11e eeuw, toen Sophie beschermelinge van de vorst was. In het Alpengebied werden indertijd op die dagen vuren ontstoken ter bescherming tegen de vorst.
De IJsheiligen ontlenen hun benaming aan het gevaar van koud voorjaarsweer voor het gewas, dat in deze tijd in volle bloei staat. Een late vorstnacht kan nu veel schade aanrichten. Het is echter niet zo dat tijdens de IJsheiligen de kans op een overgang naar koud weer groter is dan op andere dagen in het voorjaar.
Abrupte temperatuurveranderingen, die onder andere het gevolg zijn van het nog relatief koude zeewater, zijn kenmerkend voor dit hele jaargetijde en kunnen ook in juni nog voorkomen. Wel neemt na half mei de kans op vorst sterk af en aan het eind van deze maand zijn temperaturen onder nul heel uitzonderlijk. In dat opzicht markeren de IJsheiligen meestal de overgang naar een periode met een meer zomers karakter, maar in 1998 begon de zomer al eerder en kregen we het karakteristieke IJsheiligenweer met vorst aan de grond in de tweede helft van mei. In 2006 kwam in de nacht van 2 op 3 juni in Nederland nog nachtvorst voor.
De IJsheiligen houden zich lang niet altijd aan hun data.

Labels:

0 Comments:

Een reactie posten

<< Home