Photobucket

donderdag, mei 18, 2006

Dagboek : Hoe is het zover kunnen komen?

Mijn voorraad oude Dagboeken zit erdoor, u hebt elke week op vrijdag een oud Dagboek kunnen lezen. Hier ligt nu voor u een kakelvers Dagboek. Misschien moet ik vanaf volgende week dan wel iets anders uitvinden. Ik zoek wel iets ...
Veel leesgenot.

Hoe is het zover kunnen komen ?

In de jaren zeventig wilden de jonge afgestudeerden die mee hadden helpen betogen in mei ’68 hun vrijheid verder tot uiting brengen door een huisje op de buiten te kopen, liefst een vervallen boerderijtje met wat land dat ze rustig konden laten verwilderen, een voortzetting van hun hippie-dromen. We moeten dat zover niet laten komen dacht men, en er werd een gewestplan opgesteld die ervoor zorgde dat het platteland aan de boeren bleef.

Toen de boeren in de jaren tachtig volop aan het produceren waren om al die monden in Europa te voeden gingen ze een beetje over de schreef, er kwamen overschotten zoals de boterberg. Hoe hebben we het zover kunnen laten komen, vroegen de Brusselse mannen zich af. En alras werden quota’s ingesteld in suikerbieten en melk, zodat het zullegeld in deze sectoren meteen zorgt voor een onoverkomelijke hypotheek voor tientallen jaren.

Maar boeren zijn slim, en als er in de ene sector geen geld meer te verdienen is, dan zoeken ze iets anders. En ze schakelden over op grondloze landbouw zoals varkens en pluimvee. En weer hadden ze dat in Brussel gezien! Verdorie, die beesten zitten daar maar in hun kot, en ze produceren veel te veel mest die op veel te weinig grond afgezet wordt. Er kwamen MAP’s en LAT-relaties, mest werd verplaatst en geïnjecteerd in de bodem en nog is het niet goed genoeg. Jamaar, zeggen de boeren, het zijn de overheid en de landbouworganisaties die ons gestimuleerd hebben, ze mochten het nooit zover hebben laten komen. Maar in het jaar dat er een bouwstop was in de varkens zijn er nog nooit zoveel stallen gebouwd als toen.

Ooit hadden we Vera Dua die Groen uitsloeg, er volgden nog anderen. De Groene Hoofdstructuur was een eerste proeve, maar het massale protest van de boeren zorgde ervoor dat dit project diep in de kast werd gestoken. Maar toch nooit diep genoeg om niet als basis te dienen voor alle verdere natuurprojecten. Die boeren maken alle land vlak, de beken recht en de landerijen te groot, we moeten dat zo ver niet laten komen. En met het geld van de belastingbetaler werden gronden aangekocht die dan gratis aan Natuurpunt werden gegeven. Die dat (laten) beheren met één of ander soort verwilderingsbeheer. Maaien na 15 juni betekent automatisch dat er veel minder moet bemest worden, of zelfs helemaal niet. Waar zich voorheen donkergroene weiden bevonden met groeizaam Poldergras zie je dat nu overgaan van bleekgroen tot geel, een teken van armoe in de grond. Belgie voert nu al meer voedingsgrondstoffen in dan dat ze uitvoeren, we hebben momenteel al een negatieve handelsbalans. Als we nog minder intensief zullen werken zal dit zeker niet verbeteren. Misschien zal men binnen tien jaar zeggen dat we het nooit zover hadden mogen laten komen, als we al niet meer voor ons eigen eten kunnen zorgen.

Enkele jaren geleden werd ik benaderd door de Schepen van Milieu om me in te schrijven voor een project van landschapszorg, en ik kon daarvoor 2500 € subsidie krijgen. Dat is niet mis, ook wij konden dat gebruiken, dus, laat maar komen. Een jongeman kwam bij ons langs en wilde samen met ons een volledig plan uitteken van het groen op ons bedrijf. We hadden al één en ander, maar daar was weinig goed aan: Canadapopulieren, een Leylandi haag en een dubbele rij fruitbomen konden hem niet echt bekoren. Een drie meter brede haag met struiken was zijn droom, rond heel de hofplaats als het kon. En hier en daar in de weiden een verspreide bomengroep. En een poel, fantastisch! Uiteindelijk kwam het er op neer dat ik voor 750 € aan plantgoed kon krijgen, en dat de andere 1750 € moest dienen om de mannen te betalen die het planten en het eerste jaar onderhoud kwamen doen. Dus geen blote cent voor mij? Ach, ik moest alleen een contractje tekenen waarop ik stelde dat ik meedeed met het project, ze kwamen dan alles voor niks doen. Ik moest wel de aanplant de eerste tien jaar goed onderhouden, daarna mocht ik er vrij over beschikken (met erbij in kleine lettertjes) “behoudens kwaad opzet”. Wat dus betekende dat ik er nooit meer vanaf raakte. En als puntje bij paaltje kwam bleek zelfs dat de Provincie West-Vlaanderen eigenaar werd van die struiken (later bomen). Ja man, die kerel kon niet vlug genoeg van mijn hof zijn! Ongetwijfeld zullen er nu andere lezers die wél in dit project hebben meegestapt even nadenken : hoe heb ik het ooit zover kunnen laten komen? Ik was eens bij een Hollander die al jaren ervaring had met zulke praktijken en die verwoordde het als volgt : je geeft die lui een vinger, ze pakken je hand, trekken aan je arm en steken vervolgens een mes in je rug.
Mijn collega-Dagboekschrijver Johan was fier om onlangs een nieuwe beschrijving in te voeren van een landbouwer die zijn weg niet vindt in de doolhof van regels : een “zoekboer”.
Ik heb er ook eentje. Hoe noemt men een boer die zijn inkomen moet halen door mee te doen aan allerlei projectjes en beheersovereenkomsten en subsidies?
Een “scharrelboer” !

Luc Callemeyn.

0 Comments:

Een reactie posten

<< Home